Goede nacht
Interview Meke, Intensive Care-verpleegkundige
Doe mij maar ochtenddiensten.
Meke (50 jaar) is sinds 24 jaar Intensive Care-verpleegkundige. Ze heeft een dienstverband van 32 uur en draait alle diensten. Daarnaast werkt zij ook 8 uur als docent.
Het mooie aan werken op de Intensive Care (IC) vindt ze de hectiek en de afwisseling: geen dag en geen patiënt zijn hetzelfde.
‘Avonddiensten waren handig in mijn jonge gezin’
“Toen ik begon op de HBOV heb ik er niet bij stilgestaan dat ik koos voor een baan met onregelmatige diensten. In de tijd dat mijn kinderen jong waren draaide ik het liefst avonddiensten, want dan kon ik ze zelf naar school brengen en hoefden ze niet over te blijven. Als ik nachtdienst had, sliep ik overdag bij mijn moeder want ik wilde niet dat de kinderen de hele dag stil moesten zijn. Mijn man werkt wel regelmatig en in het weekend deed hij altijd veel met de kinderen, daardoor hebben ze een sterke band gekregen.
‘Ik vind nachtdiensten vreselijk’
Ik ben een ochtendmens, daarom draai ik het liefst dagdiensten. Een avonddienst lukt ook nog wel, maar als het niet druk is krijg ik om 22.00 een dip, dan verlang ik echt naar mijn bed. Als ik thuiskom ga ik meteen slapen, dat lukt dan gelukkig ook. Nachtdiensten vind ik vreselijk, het liefst ruil ik ze voor ochtenddiensten. Eigenlijk heb ik ongeveer 8 uur slaap nodig per etmaal, maar overdag kom ik maar aan 5 tot 6 uur. Ik draai tussen de 4 en 6 nachtdiensten per maand. Op de dag na mijn laatste nachtdienst slaap ik overdag een uurtje of 3 en diezelfde avond slaap ik goed, omdat ik gewoon doodmoe ben. De 5 tot 6 nachten erna slaap ik slecht. Ik word midden in de nacht wakker en kan dan niet meer slapen. Op een gegeven moment voel ik me overdag echt niet lekker, heb moeite me te concentreren, ben prikkelbaar en heb weinig energie. Gelukkig heb ik me nooit laten verleiden tot het nemen van slaappillen. Die worden veel gebruikt en ook hoor ik wel eens dat collega’s een glaasje port bij het ontbijt drinken als ze uit de nachtdienst komen, om makkelijker in slaap te vallen.
‘Een powernap en een bril zijn niks voor mij’
Als ik ‘s nachts werk ben ik actief en alert. Een powernap in de nacht zou niks voor mij zijn, ik kan die omschakeling naar rust niet maken. Collega’s zie ik wel regelmatig wegzakken. De lichtfilterbril hoef ik ook niet, want ik heb het gevoel dat ik voor gek loop. Omdat ik veel last kreeg van maag-darmklachten ben ik op een gegeven moment gestopt met ‘s nachts eten en snoepen. Ik eet thuis mijn avondeten en nog een kleinigheidje voor ik ga werken en that’s it. Als je ziet hoeveel er ‘s nachts gesnackt en gesnoept wordt!
‘De roosters zijn beter dan vroeger’
De manier van roosteren is wel verbeterd in de loop der jaren. Vroeger kreeg je het rooster gewoon op je bord, 5-7 vroege diensten, dan late en vervolgens een reeks nachtdiensten. Tegenwoordig wordt veel meer rekening gehouden met wensen en privé-omstandigheden. Enkele jaren geleden hebben we een tijdje zelf geroosterd, dat werkte wel en niet. Wel omdat sommige collega’s goed rekening hielden met elkaar, en niet omdat je altijd haantje-de-voorsten had die de goede diensten wegkaapten. Het lijkt tegenwoordig wel of het ruilen moeilijker wordt. Ik zie een verschil tussen jonge en oudere medewerkers. Jongeren zijn individualistischer en stellen hun eigen belang boven het teambelang. Ze zijn weinig actief betrokken bij beleidsontwikkelingen, nemen bijvoorbeeld niet deel aan werkgroepen.
Onder de streep ben ik wel een voorstander van zelf roosteren. Ik zou dan zelf kunnen bepalen wanneer ik nachtdiensten doe in plaats van dat ik voor een voldongen feit wordt geplaatst. Iedereen kijkt nu al weer met angst en beven uit naar de decemberlijst, wanneer moet ik werken in de kerstperiode?
‘Gezond leven is je eigen verantwoordelijkheid’
Ik weet dat nachtwerk risico’s met zich meebrengt, zoals een verhoogde kans op hartvaartziekten. Of veiligheidsrisico’s: als ik ‘s morgens vroeg naar huis rijd, ben ik er niet helemaal bij. Ook beweeg ik te weinig in die periode. En je hebt ook meer kans op borstkanker toch? Oh, is dat niet gebleken uit de meest recente onderzoeken? Dat zou ik wel fijn vinden, als de werkgever dit soort interessante bevindingen doorgeeft. En is er een rapport van de Gezondheidsraad verschenen over de gezondheidsrisico’s van nachtwerk? Dat wist ik ook niet. Verder vind ik gezond leven vooral een verantwoordelijkheid van de medewerker zelf, dat hoeft de werkgever niet te faciliteren.
‘Jammer dat je vaak het gezamenlijk avondeten en de feestdagen mist’
Een voordeel van onregelmatig werken vind ik dat ik door de week veel flexibeler ben en meer gedaan krijg op een dag. Het is financieel aantrekkelijk en het werk is afwisselend. Een dagdienst heeft een heel andere dynamiek dan een avonddienst of nachtdienst. Ook hebben mijn kinderen een hechte band met hun vader gekregen.
Nadeel vind ik wel dat je belangrijke gezinsmomenten zoals het avondeten of feestdagen mist. En die vreselijke nachtdiensten, maar dat heb ik al verteld.
‘Minder nachtdiensten nodig in de toekomst?’
Van mij zouden er wel minder mensen in onze nachtdienst mogen. We zijn ‘s nachts ruim bezet “voor het geval dat”. Zelf werk ik dan liever een tandje harder, mocht er een crisissituatie ontstaan.
Ik heb niet het idee dat er ‘s nachts meer fouten worden gemaakt dan overdag. Wel worden soms niet alle taakjes even goed afgehandeld. Maar daar hebben we overdag alle begrip voor, want de nachtdienst is nu eenmaal zwaar. Naar niet nagekomen afspraken of taken die overdag moeten gebeuren zijn we minder tolerant.
Ik denk dat er in de toekomst minder nachtwerk nodig is in het ziekenhuis. De beddenaantallen zullen worden afgebouwd door verschuiving naar de eerste lijn. Ook verwacht ik veel van technologische ontwikkelingen. We zien nu al minder ontregelde diabeten en hartinfarcten. De rol van de verpleegkundige wordt straks veel meer het uitlezen van data en bijsturen als het mis dreigt te gaan.
Mijn tips: Ik kan het onregelmatig werken zelf goed volhouden door gezond te leven. Ik rook niet, drink heel matig en eet gezond. Daarbij wandel en fiets ik veel. Als ik moet kiezen, dan zou geen 9-5 baan willen. Dat vind ik te saai en het zou me beperken in mijn vrijheid.
Nog een tip: voor mensen die onregelmatig werken: zet niet alles aan de kant voor je werk. Zelf ben ik wel eens te flexibel, ten koste van mezelf en mijn gezin. Er is meer dan werk. Ik probeer tegenwoordig de middenweg te bewandelen: mijn werk betrokken en professioneel doen, respectvol zijn naar patiënten en collega’s, maar ook goed voor mezelf zorgen”.