Goede nacht

Interview Jacco Eltingh, voormalig toptennisser en nu technisch directeur bij de KNLTB

Als ik mijn wang ergens tegenaan leg dan slaap ik.

Jacco Eltingh (49), voormalig toptennisser en nu technisch directeur bij de Koninklijke Nederlandse Tennisbond ( KNLTB). Hij heeft vier maal een toernooi gewonnen in de heren enkel. En boekte maar liefst vierenveertig toernooioverwinningen in de herendubbel, waarvan twee wereldtitels en zes Grand Slam overwinningen.  

Ik slaap altijd en overal. Als ik mijn wang ergens tegenaan leg, dan slaap ik. Als ik wakker wil blijven ’s avonds, dan zorg ik gewoon dat ik nergens mijn wang tegenaan leg, dat werkt goed bij mij.

Iedere dag een betere versie van mezelf worden, dat wil ik

Heb ik bewust voor een tenniscarrière gekozen? Niet echt bewust, het had ook voetbal of iets anders kunnen zijn. Mijn levensmotto is dat ik elke dag een betere versie van mezelf wil worden. Met tennis zag ik kansen en ik vond het leuk, dus ik deed het gewoon. Natuurlijk heb ik veel moeten doen en laten om de resultaten te behalen die ik samen met onder andere Paul Haarhuis gerealiseerd heb. Zo moest ik op 12 jarige leeftijd uit huis en bij een gastfamilie gaan wonen om tennis en school te kunnen combineren. Je eigen familie en vriendjes achterlaten doe je niet voor de lol, dan moet je wel passie en ambitie hebben. Ik heb enorm geboft met de familie waar ik destijds inwoonde, de familie Dollevoet. Ik voelde me daar echt thuis, werd met oprechte warmte opgenomen in het gezin en heb daar jarenlang mogen verblijven.

In topsport draait het om de balans tussen hard werken en goed rusten

Als tennisprof staat je leven in het teken van reizen en het bewaken van de arbeid – rust verhouding. Ik zeg heel bewust rust, omdat dat zo belangrijk is voor een topsporter. ‘Slaap je niet, dan rust je toch’ was een zin die we heel vaak tegen onszelf en tegen elkaar zeiden.

Je reist als tennisser de hele wereld over, van toernooi naar toernooi. Je weet nooit hoe ver je komt in een toernooi, dus weet je vooraf niet hoeveel hersteldagen je hebt. Soms vlieg je op zondagnacht na een finale naar het volgende toernooi om daar op maandag of dinsdag alweer te spelen. Dat vele reizen in combinatie met topsport vraagt veel van je. Het heeft impact op je slaap, het herstel van je lichaam, op je coördinatie en concentratie, dus op je tennisprestatie. Je leert daar steeds beter mee omgaan doordat je het vaker doet. Dat moet gewoon, om je doel, een zo hoog mogelijke ranking, te halen.

Accepteren is de belangrijkste vaardigheid om het leven van een topsporter vol te kunnen houden. Het is zoals het is. Van hieruit verder. Ik paste me bij elke reis zo snel mogelijk aan het ritme van de nieuwe tijdzone aan. Dat betekent slapen, eten, rusten en arbeid vragen van je lichaam op de ‘nieuwe’ tijd. 

Lastige keuzes maken voor topprestaties 

Dat ging niet iedereen even gemakkelijk af, dat accepteren. Ik hoorde regelmatig uitingen van verzet van anderen. Verzet tegen de jetlag, de vermoeidheid, pijn, gezwollen enkels van het vliegen of verminderde coördinatie. Verzet kost energie en dat is zonde, want het levert je niks op. Je kunt dan beter besluiten om minder toernooien te spelen. Dat is een lastige keuze, omdat je geen punten voor de ranking kunt verdienen als je niet speelt. Maar die keuzes zijn nodig om punten te pakken op de toernooien die je wel speelt. Dat leer je gaandeweg, door ervaringen op te doen, door te luisteren naar spelers met meer ervaring en naar je trainer of coach.

Gewoon doen wat nodig is

Accepteren was voor mij geen lastig iets gelukkig, ik deed het gewoon. Zo at ik voor een avond- of nachtvlucht vaak mijn buik vol, dan hoefde ik niet wakker gemaakt te worden om te eten en kon ik ongestoord doorslapen in het vliegtuig. In de ochtend direct na aankomst, ging ik meteen trainen. Arbeid vragen van het lichaam om te wennen aan wat er nodig is. Vaak met mijn enkels ingetaped, omdat je op zo’n moment coördinatie  vraagt van je lichaam wat nog vermoeid is door de jetlag en eerdere inspanningen. Ik beschermde mijn lichaam dus als dat nodig was, om de blessurekans te verkleinen.

Je leert je lichaam echt goed kennen als topsporter omdat je er dagelijks mee bezig bent. Je hebt het nodig om je doel te bereiken, die nummer 1 positie. Dagelijks vraag je het uiterste en wil je het de vervolgens de kans geven om daarvan te herstellen, zodat je duurzaam kunt blijven presteren.

Je hebt niet alles in de hand

Natuurlijk merk je dat je je bioritme verstoort door al dat reizen. Ik merkte dat voornamelijk aan mijn darmen. Ik wist dat mijn bioritme weer hersteld was zodra ik weer op ‘mijn normale tijd‘ naar het toilet kon. Dat duurde soms wel 4 of 5 dagen. Je kon tegen die tijd alweer uit het toernooi liggen, dus voordat je het beste van jezelf hebt kunnen laten zien. Want dat heb ik ook duidelijk gemerkt; je presteert het beste als je bioritme in balans is.

Als tennisser krijg je niet altijd de mogelijkheid om je aan te passen, in tegenstelling tot een aantal andere sporten, waar je al ruim voor een belangrijk toernooi op de betreffende locatie kunt trainen en jezelf voorbereiden. De ITF organiseert voor de 4 belangrijkste belangrijk toernooien, de Grand Slams, wel al toernooien in diezelfde regio, zodat je je voor die toernooien beter kunt voorbereiden.

Ik heb geen dag spijt gehad van mijn leven als toptennisser. Of het altijd gezond was weet ik niet, maar ik zou het zo weer doen. Nu leef ik veel meer een leven met werken van 9.00 – 17.00 uur, officieel dan. Ik maak echter meer uren dan er staan, want ik ben nog steeds die man die elke dag een betere versie van zichzelf wil worden. Ik reis nu ook vanuit mijn rol als technisch directeur van de KNLTB, dus heb nog steeds te maken met jetlags. Al voelen deze minder belastend dan voorheen. Ik moet nu met name geestelijk in topvorm zijn en dat is voor mij gemakkelijker dan ook lichamelijk topfit zijn, wat nodig was voor optimale tennisprestaties.

Wat we vanuit de KNLTB nu ter ondersteuning van spelers aanbieden, is het TennisLive systeem. Dat is een IT applicatie waarin niet alleen de activiteiten en prestaties, maar ook de fitheid, slaap, vermoeidheid en spierpijn worden geregistreerd. De speler levert input aan op basis van vragenlijsten, waardoor spelers, trainers en andere betrokkenen beter in beeld hebben hoe het is met de arbeid – rust verhouding in relatie tot prestaties. Dat geeft input voor bijsturing. Nu zijn daar nog geen echte protocollen voor, maar wel al tips en algemene informatie, verkregen vanuit het NOC NSF, waarmee spelers, trainers en coaches aan de slag kunnen. 

Houd dat wat echt belangrijk voor je scherp op je vizier

Een belangrijke vaardigheid om in balans te blijven is het tijdig aan de rem trekken om te rusten. Remmen voordat je tegen de lamp loopt noem ik dat. Ik werk op alle dagen, omdat iets afmaken me rust geeft. Maar ik werk niet alle dagen even intensief of lang, omdat ik niet alleen in mijn rol als ondernemer of technische directeur mijn doel wil bereiken, maar ook in mijn rol als partner, vader, zoon en vriend. Ook daar wil ik de beste versie van mezelf worden. Ik zorg daarom dat ik altijd mijn prioriteiten op een rijtje heb en trek regelmatig tijd uit om even er tussenuit te zijn, dingen te laten bezinken, na te denken en te rusten. De sport heeft mij hierin wel geholpen denk ik, omdat je dan jezelf zo goed leert kennen.

Wat me ook veel rust geeft is het leven leiden op een manier die voor mij waarde toevoegt. Een voorbeeld is dat Hellas, mijn vrouw, en ik altijd tegelijk naar bed gaan, want we vinden het belangrijk en gezellig om samen de dag af te sluiten. Soms zou de één wat eerder naar bed willen omdat die moe is en soms de ander. We doen dat dan niet, omdat het uitgangspunt voor ons leidend is; we willen gezamenlijk de dag afsluiten dus gaan we tegelijk naar bed.

Dat gezamenlijke doel betekent dat één van ons moet accepteren, daar is dat woord weer, dat iets soms voor jezelf wat minder goed uitkomt, maar dat het winst is voor ons samen. Ik vind TV kijken in bed bijvoorbeeld heerlijk, maar Hellas niet. Ik doe daarom ’s avonds extra snel, zodat ik even TV kan kijken, zolang Hellas er nog niet in ligt. Want daarna gaat ie uit de TV, conform ons gezamenlijke uitgangspunt en dat is goed.

Zitten jouw medewerkers lekker in hun vel? Dan zitten ze beter op hun plek - letterlijk en figuurlijk. Dat uit zich in meer werkplezier, meer motivatie, meer betrokkenheid, betere prestaties en een duurzamere inzetbaarheid.