Goede nacht
Interview Jan Struijcken, ultraloper
Na 31 uren lopen was ik leeg en ging ik hallucineren.
Jan Struijcken, ultraloper (58 jaar)
Van 1984 tot 2003 heb ik op topniveau aan triathlon wedstrijden gedaan, all over the world, waaronder 2 keer het WK op Hawai. Waarom ik het deed, die 3,8 km zwemmen, daarna 180 fietsen en dan nog een marathon van 42, 2 km lopen? Afzien en grenzen verleggen, dat is wel mijn ding. Ik wilde bij de top van Nederland horen en kijken wat dat wereldwijd waard was. Ik werd daar 152e van de 1300 deelnemers. Dat was het maximale wat erin zat, zeker gezien het feit dat ik het met een volledige werkweek moest combineren.
Ik trainde in die tijd zo’n 20 uur per week, naast mijn werk als filiaalhouder van een sportzaak. ‘s-Morgens voor de zaak openging zwom ik dan bijvoorbeeld een uur. Dan fietste ik 20 km naar mijn werk en aan het einde van de werkdag weer terug, om daarna 1,5 uur hard te lopen. Er waren ook dagen bij dat ik 100 of 200 km ging fietsen en soms liep ik daarna nog een 1,5 uur ofzo. Je moet natuurlijk uren maken en je training afwisselen qua duur en intensiteit om effect te optimaliseren.
Uitgerust zijn vooraf aan de wedstrijd is het belangrijkste
Als er een wedstrijd in het buitenland was, dan ging ik daar een week van tevoren al heen. De eerste nacht sliep ik nooit goed en was ik echt moe, vanwege het tijdsverschil. Ik paste me zo snel mogelijk aan de nieuwe tijdzone aan. Ook gaf ik toe aan mijn vermoeidheid en deed overdag een dutje. Powernap noemen ze dat nu geloof ik hè 😉
Ik heb er nooit veel bij stil gestaan, bij die tijdsverschillen die je interne klok verstoren. Iedereen had daar last van. Bovendien staat de laatste week voor zo’n wedstrijd in het teken van goed uitgerust aan de start staan. Je traint niet veel meer en rust staat centraal en daar had ik alle tijd voor in zo’n week.
De laatste nacht voor zo’n belangrijk wedstrijd sliep ik totaal niet. Ik dreef m’n bed uit, elke wedstrijd weer, bizar gewoon. Het went nooit, die spanning voor een grote wedstrijd. Niet bij mij in ieder geval. Maar je moet het ook niet hebben van die laatste nacht, de hele week ervoor staat in het teken van fit worden. En dat lukt prima in een mooie omgeving, weg van je werk, dat voelde als vakantie voor mij.
Meer dan dertig uur achter elkaar lopen
Vanaf 2004 ben ik ultramarathons gaan lopen. Dat zijn wedstrijden langer dan een marathon, die kunnen oplopen tot 170 km waarbij je ook hoogtemeters maakt, die kunnen oplopen tot 10.000 meters hoogteverschil overbruggen. Dat is heel wat stijgen en dalen dus. Die afstand wil je dan zo snel mogelijk afleggen. Dat kan oplopen tot zo’n 40 uur. Dan kom je de man met de hamer geregeld tegen.
De meest indrukwekkende race die ik heb gelopen in de ultra trail in op het eiland la Reunion bij Madagascar, een trail van 170 km. La diagonale des fous.
Op donderdagavond om 22.00 uur was de start. De eerste nacht ging nog prima en die dag erop ook. Je eet en drinkt regelmatig onderweg. Daar zijn speciale posten voor ingericht en ik heb altijd wat koolhydraatrijke gels bij me.
De man met de hamer
Na 31 uur was ik leeg, niet meer vooruit te branden, vanwege slaap – en voedseltekort en werd ingehaald door ik denk wel 300 man. Ik kreeg ook allerlei hallucinaties en rare gedachten tijdens een klim, zoals ‘dadelijk boven pak ik lekker een blikje cola’ en ‘ik ga straks gewoon met de bus verder’. Er was natuurlijk helemaal geen bus of cola daar midden in de wildernis. Toen ben ik gestopt, heb 3 stroopwafels gegeten en 30 minuten geslapen. Dat had ik achteraf gezien natuurlijk eerder moeten doen. Maar ja, ik wilde zo snel mogelijk bij de finish zijn hè. Doordat ik te laat tijd nam om te slapen heb ik er langer over gedaan dus, uiteindelijk 44 uur.
Hoeveel rust en slaap je nodig hebt, is een kwestie van ervaren en daarvan leren. Het is ook heel persoonsgebonden. Sommige deelnemers slapen maar 15 minuten en anderen 2 uur tijdens zo’n wedstrijd. Ikzelf neem tijd voor slaap bij wedstrijden vanaf 34 uur.
De vraag of het wel gezond is, zo lang jezelf inspannen, houdt me niet zo bezig. Ik denk dat het gezond is als je goed getraind bent. Je lichaam is dan gewend aan belasting en kan dat wel aan. Een goede zorg voor je brein is tijdens de wedstrijd van belang, want als je je hersens er niet goed bij kunt houden, dan haal je de finish niet. Dat heb ik 1 keer meegemaakt, bij de Mont Blanc 90 km. Toen heb ik te weinig gegeten, waardoor mijn brein brandstof tekort kwam en ik niet helder meer kon denken. Ik ben toen uitgestapt en dat doe ik nooit. Ik kan dat tot op de dag van vandaag niet verklaren en heb dat mezelf echt kwalijk genomen, dus die trail ga ik zeker nog een keer lopen.