Goede nacht
Interview Nina, arts-assistent op een Intensive Care
Grote verantwoordelijkheid in de nachtdienst.
Nina, 28 jaar, werkt sinds 2 jaar als arts-assistent op een Intensive Care. Over een aantal maanden start ze met de opleiding tot anesthesioloog.
‘Ik weet hoe het is om onregelmatig te werken’
“Mijn huidige schema ziet er als volgt uit: ongeveer 1 x per 5 weken heb ik een serie van 5 avonddiensten van 16.30 tot 22.30, dan een vrij weekend, vervolgens 7 nachtdiensten en 1 week vrij. De nachtdiensten in het weekend lopen van 20.30 tot 8.30, 12 uur. Daartussendoor draai ik dagdiensten, ook vaak in het weekend. Dus ja, ik weet hoe het is om onregelmatig te werken! Ik heb er niet bewust voor gekozen, het gaat me allereerst om de inhoud van het vak en die diensten horen er nu eenmaal bij. Als ik eenmaal specialist ben, draai ik achterwachtdiensten, dan hoef ik alleen te komen als de arts-assistent me oproept”.
‘In mijn nachtweek voel ik me net een holbewoner’
“Ik zie eerlijk gezegd altijd op tegen de nachtdiensten, ik vind het lichamelijk en mentaal zwaar. Vóórslapen lukt me niet dus als ik uit mijn eerste nachtdienst kom, ben ik 24 uur wakker geweest. Vanaf de derde nacht heb ik ‘s nachts minder dips, dan is mijn ritme vrij goed omgedraaid. Vooral als het druk is, zit ik vol adrenaline en heb ik geen last van vermoeidheid. Als het minder druk is, doe ik rond een uur of 2 ‘s nachts wel even mijn ogen dicht, op een bureaustoel met mijn benen op een andere stoel. Na 5 uur dut ik niet meer, want dan voel ik me zo brak als ik wakker word. In mijn vorige baan, als arts-assistent chirurgie, kon ik soms een aantal uur slapen in de nachtdienst, in een bed op een aparte kamer. Dat vond ik veel fijner dan de hele nacht op moeten blijven. Je hebt dan ook nog wat aan de volgende dag.
Ik kan overdag gelukkig goed slapen, door de week slaap ik van 9.30 tot 17.30 uur en in het weekend van 10.00 tot 18.00 uur. Wel word ik vaker wakker overdag, de kwaliteit van de slaap voelt toch minder goed dan ‘s nachts en ik moet er vaker uit om te plassen. Als de reeks van 7 nachten voorbij is, heb ik wel even tijd nodig om om te schakelen. Na de laatste nacht slaap ik overdag een uurtje of 5. De nacht erna probeer ik meteen mijn normale bedtijd aan te houden, maar lig dan soms wel om 4 uur naar het plafond te staren. Op de tweede dag heb ik last van mijn maag en heb het gevoel dat mijn hoofd vol zit met wattenbollen. Daarna gaat het wel, gelukkig ben ik een goede slaper, normaal heb ik ook zo’n 8 uur nodig. Ik gebruik nooit slaaptabletten.
Tijdens mijn nachtdiensten voel ik me een holbewoner. Mijn leven bestaat een week lang uit werken en slapen, dat is niet fijn. In een nachtweek werk ik 65 uur”.
Onregelmatig werk heeft voor- en nadelen
“In de nachtdienst sta ik er als arts alleen voor, mijn supervisor komt alleen op afroep. Gelukkig heb ik goede verpleegkundigen om me heen. Toch vind ik het een grote verantwoordelijkheid en levert het me stress op. Ik heb het idee dat ik een beetje afval tijdens de nachtdiensten, misschien door de stress, maar ook omdat ik minder eet. Nadat ik wakker ben geworden, eet ik een warme maaltijd en ‘s nachts om 2.00 uur een soort lunch met boterhammen en salade. Het snacken en snoepen beperk ik zoveel mogelijk.
Een nadeel van onregelmatig werken is dat je geen teamsport kunt doen of andere vaste afspraken kunt maken. Ik zou niet mijn hele leven nachtdiensten willen werken.
Hoewel er ook onmiskenbaar voordelen zitten aan onregelmatig werk. Het werk is nooit saai. Overdag is het werk meer gestructureerd. Buiten kantoortijd is het vaak spannend, je weet nooit wat aan er aan acute pathologie binnenkomt en je werkt heel zelfstandig. Een ander voordeel is de flexibiliteit, ik kan gewoon overdag een tandartsafspraak plannen of naar de kapper gaan. Mijn vriend werkt aan huis, dus dan hebben we tijd samen als ik overdag door de week thuis ben, anders zouden we langs elkaar heen leven ben ik bang.
Nog een voordeel is het hogere salaris door de onregelmatigheidstoeslag”.
De werkgever heeft een verantwoordelijkheid
“Eerlijk gezegd heb ik me nooit verdiept in de gezondheidsrisico’s van nachtwerk. Ik vind dat de werkgever een verantwoordelijkheid heeft om de risico’s te beperken, nu we het er zo over hebben. Recent zijn de verpleegkundigen begonnen met brillen met blauwe of rode glazen. Ik heb gehoord dat in een aantal ziekenhuizen een soort capsules staan waar je in kunt powernappen. Ook zorgen ze voor gezonde voeding in de nacht. Dat vind ik goed, bij ons zou wat meer voorlichting geen kwaad kunnen.
Volgens mij worden er ‘s nachts niet meer fouten gemaakt dan overdag. Wel kan het erg druk zijn ‘s nachts, mijn hoofd loopt dan om, ik sta er toch min of meer alleen voor. Ik gun mezelf op zo’n moment een minibreak. Dus mocht er iets niet helemaal goed gaan, dan heeft dat meer te maken met de werkdruk dan met vermoeidheid.
Als artsen hebben we geen invloed op het rooster. Liever zou ik kortere reeksen nachtdiensten draaien. Je bent in 7 nachten compleet omgeschakeld en daarna moet je weer 180 graden de andere kant op. Voor mijn gevoel schakel je gemakkelijker terug na ongeveer 3 nachten”.
Zorg voor balans
“Mijn tips om gezond onregelmatig te werken: zorg in je privéleven voor voldoende ontspanning en let op dat privé en werk in balans zijn. Ik heb recent een paard gekocht, helemaal fantastisch, dat geeft zoveel plezier en ontspanning. Creëer ook voldoende quality time met je partner, vooral als de werktijden elkaar bijten.
In je nachtweek is het belangrijk om toch een bepaald ritme aan te houden en gezond te eten. Vergeet niet te zorgen voor verduisterende gordijnen of luiken. En zorg dat je op de dag dat je uit de nachtdienst iets leuks gepland hebt, het liefst buiten en actief”.